Β πππ©ππ€π£πππ‘ ππ§π€ππ§ππ’π’π ππ£πππ§π¬πππ¨ (πππ) πππ‘πππ£.
π―ππ ππππ ππ ππ πππππππ ππ ππππ ππππππ? πΎπππ ππ ππ πππ πππππππππππππππππ πππππππππ ππππ π π ππππππππππ π ππ βπππππππππππ ππβ ππππππ πππππππππ? πΎπππ ππ ππ ππππππππ πππππππ πππππΓ«πππ ππ ππππ π ππ πππ πππ ππππππππΒ πππ ππππ ?Β
Het is hét thema binnen onderwijsorganisaties: Hoe gaan we achterstanden wegwerken? Dat raakt me⦠Want in hoeverre is er daadwerkelijk oog voor de leerling én de leerkracht? Lees niet gelijk verder, maar laat deze vraag en de komende vragen even bezinken. Hoe weet je wat jouw leerlingen nodig hebben, waar heb je dat op gebaseerd? Hoe weet je waar de docenten behoefte aan hebben? Hoe gaat het eigenlijk met je personeel? Hoe zorgen we er samen voor dat het geld wordt gebruikt om te groeien?
Onderwijsassistenten to the rescue?
Scholen zoeken op dit moment uit hoe ze dit geld het beste kunnen besteden. Het is bijna een race tegen de klok om op tijd te bedenken hoe deze klus het best geklaard kan worden, dus worden er onderhand allerlei vacatures voor onderwijsassistenten/-ondersteuners geplaatst. Dat lijkt de meest ‘snelle’ en effectieve oplossing, zij zijn breed inzetbaar en ter ondersteuning van zowel docent Γ©n leerling. Of dat handig is met het oog op de financiΓ«le gevolgen van tijdelijke contracten is dan de vraag.Β Er zijn vast mogelijkheden die de overheid kan bieden om deze gevolgen niet alleen op de schouders van een school te laten rusten, zoals het nu wel is geregeld. Maar scholen kunnen het geld ook anders besteden, als er wat meer ruimte of tijd zou zijn om de plannen te smeden.Β
Zo kunnen ze bijvoorbeeld ZZP’ers inhuren, om hen te helpen bij de vormgeving Γ©n uitvoering van plannen. Of wat dacht je van ZZP-docenten die leerlingen in kleine(re) groepen vakinhoudelijk kunnen ondersteunen, want 1 op 5 is toch veel effectiever dan 1 op 25 of 30? Misschien zijn de leerlingen en docenten wel gebaad bij wat extra persoonlijke begeleiding of coaching en brengt dΓ‘t een inhaalslag teweeg.Β
Verschuivingen, werkdruk en zorgen
Er vinden binnen scholen al veel verschuivingen plaats door contracten van tijdelijke aard, waardoor docenten iedere twee tot drie jaar nieuwe collegaβs moeten inwerken. Wat gebeurt er met de tijd die zij hieraan kwijt zijn? Vorig jaar zijn nieuwe burn-outcijfers bekendgemaakt, maar doordat Corona rond dezelfde tijd in ons land kwam, zijn deze niet echt onder de aandacht gebracht.Β Ongeveer 27% van de werknemers in het onderwijs krijgt een burn-out. Dat is 10% boven het gemiddelde! (Aob) Dat zijn erg zorgwekkende cijfers en de werkdruk neemt door deze coronatijden niet af.
Door de lockdown ervaren veel meer jongeren psychische problemen die ze mee naar school nemen, waardoor zorgondersteuners drukker zijn dan ooit, te druk misschien wel. De leerlingen zijn het naar school gaan op de oude manier niet meer gewend en hebben soms moeite met de regels volgen. Docenten en (zorg)ondersteuners hebben daar hun handen vol aan.
Ik schrijf dit omdat ik mij zorgen maak. Dit alles brengt zoveel onrust en chaos met zich mee voor iedereen in de school. De NPO-gelden zijn absoluut een goede en wenselijke investering, maar de wijze waarop het geΓ―nvesteerd gaat worden lijkt een haastig klusje waarbij wellicht voorbij wordt gegaan aan de docent en de leerling. Het welzijn van de leerling en het personeel mag hierbij voorop blijven staan.
Oplossing in kaart
Heb ik dan dΓ© wijsheid, dΓ© oplossing, hΓ©t geweldige idee? Nou nee, want dat is maatwerk per school en misschien zelfs per leerling. Een algemeen advies kan ik wel geven. Ga de school in, praat met de leerling en leraar en bepaal zo eerst de behoefte. Huur bijvoorbeeld ZZPβers in die hun vak verstaan, zodat je geen extra kosten hebt na het leveren van hun diensten. Met andere woorden: zoek of creΓ«er hazenpaadjes, in plaats van de olifantenpaden te bewandelen. Dat brengt je op nieuwe plekken en zorgt voor nieuwe inzichten. Zie deze periode als een mogelijkheid om kleine veranderingen met grote gevolgen door te voeren. Maar boven alles: houd contact met de werkvloer, docenten en ondersteunend personeel, en de leerling(en) zelf. Het heeft allemaal wat tijd nodig om de nieuwe route te bepalen dus rest mij de vraag: Hoe kan ik helpen?
Voor dit stuk heb ik gebruikgemaakt van een generalisatie, waarbij ik genoemd wil hebben dat ik vind dat scholen Γ©cht voor een grote klus staan en met hen meeleef!
Ik hoor heel graag hoe jullie het op jullie school aanpakken. Dus vertel vooral!